Tijdelijke vrijstelling RVU-heffing

Sinds 1 januari 2021 geldt er – als onderdeel van het pensioenakkoord – een tijdelijke vrijstelling van de RVU-heffing die aan werkgevers kan worden opgelegd als met een werknemer kort voor de pensioendatum een ontslagregeling wordt getroffen zonder dat daar een noodzaak voor is.

Op grond van deze tijdelijke regeling kan een werkgever afspraken maken met een oudere werknemer om eerder te stoppen met werken, zonder dat de werkgever een strafheffing/RVU-heffing moet betalen over de ontslagvergoeding die de werknemer ontvangt. Uiteraard zijn er wel een aantal voorwaarden.

Hoe zat het ook alweer?

RVU staat voor Regeling Vervroegde Uittreding. Dat is een fiscale (straf)heffing die kan worden opgelegd als een werkgever een werknemer zonder dat er een noodzaak is tot ontslag financieel helpt om eerder te stoppen met werken en er daardoor sprake is van een regeling die tot doel heeft een overbruggingsuitkering tot de pensioendatum te bieden. Als er sprake is van een niet-leeftijdgerelateerde reden tot beëindiging van het dienstverband (en dus betalen van een ontslagvergoeding), zoals in geval van boventalligheid vanwege een reorganisatie of een gedocumenteerd arbeidsconflict, dan is geen sprake van een RVU.

Als op basis van de hiervoor genoemde voorwaarden sprake kan zijn van een RVU, dan vindt op individueel niveau eerst nog de zogenoemde 70%- toets plaats voordat daadwerkelijk een RVU-heffing wordt opgelegd. Deze toets houdt in dat wordt beoordeeld of de ontslagvergoeding de werknemer feitelijk in staat stelt om te overbruggen tot aan de AOW-leeftijd, dan wel een eerdere pensioendatum, of dat deze gezien kan worden als een aanvulling op het pensioen.

Ziet de Belastingdienst een regeling als een RVU, dan is de werkgever een eindheffing verschuldigd. Sinds 2011 bedraagt deze 52% van het bedrag van de ontslagvergoeding. De kosten van de getroffen ontslagregeling kunnen daardoor fors oplopen.

Tijdelijke vrijstelling RVU-heffing

Deze regeling is nu tijdelijk versoepeld. Deze versoepeling geldt vooralsnog  tot en met 31 december 2025. Tijdens de periode van de versoepeling is geen RVU-strafheffing verschuldigd als de vertrekregeling voorziet in:

• een of meer uitkeringen in de periode van 36 maanden direct voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd;

en

• de uitkeringen in totaal niet hoger zijn dan een bedrag van EUR 1.847,- bruto vermenigvuldigd met de hele (naar boven afgeronde) maanden tussen de datum van de eerste uitkering en het bereiken van de AOW-leeftijd.

Als een werkgever met een werknemer die 36 maanden voor zijn AOW-leeftijd zit een vertrekregeling overeenkomt, wordt er derhalve geen RVU-heffing opgelegd voor zover de totale ontslagvergoeding niet meer bedraagt dan (afgerond) EUR 64.500,- bruto, namelijk 36 maanden x EUR 1.847,-. Bij een vergoeding boven dit bedrag, is alleen over het meerdere een eindheffing verschuldigd.  Spreken werkgever en werknemer bijvoorbeeld een ontslagvergoeding af van EUR 80.000 bruto, dan hoeft dit slechts over een bedrag van EUR 15.500,- (het verschil tussen EUR 64.500,- en EUR 80.000,-) een eindheffing te worden betaald. De eindheffing blijft dan beperkt tot EUR 8.060,-, waar deze voor de tijdelijke vrijstelling EUR 41.600 bedroeg. Bij ontslag korter dan 36 maanden voor het bereiken van de AOW-leeftijd, gelden deze bedragen naar rato.

Conclusie

Het is door deze tijdelijke maatregel dus mogelijk om met werknemers korte tijd voor de pensioenleeftijd een vertrekregeling overeen te komen, zonder de hoge aanvullende kosten van de RVU-heffing. Bij een ontslag waarbij de regeling mogelijk kwalificeert als een RVU, blijft het verstandig om voor het aangaan van de regeling goed in kaart te brengen wat de kosten daarvan zijn en eventueel een ruling aan te vragen bij de Belastingdienst. Met de werknemer kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat de regeling wordt aangegaan onder de voorwaarde dat geen RVU-heffing is verschuldigd, of dat wanneer toch een heffing wordt opgelegd, het bedrag van de ontslagvergoeding daarvoor wordt gecorrigeerd. Zonder meer afspreken dat de kosten van een eventuele RVU-heffing door de werknemer worden gedragen is niet toegestaan.

Vragen hierover? Neem gerust contact met ons op.