Hoe en wat tijdens de periode van werktijdverkorting

Een werkgever die kampt met een ernstige terugloop in de bedrijvigheid als gevolg van de corona-pandemie kan onder voorwaarden een vergunning krijgen van het ministerie van SZW voor werktijdverkorting. Tijdens deze periode zijn de werknemers gewoon in dienst bij de werkgever, maar werken minder uren. De werkgever kan met de vergunning van het ministerie van SZW bij UWV een Werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) aanvragen voor de werknemers voor de uren waarop niet gewerkt wordt. Voor meer informatie over de voorwaarden van werktijdverkorting en het aanvragen daarvan, verwijzen wij naar ons eerdere artikel hierover. In die periode van werktijdverkorting geldt onder meer het volgende.

Ziekte 

Werktijdverkorting kan niet worden aangevraagd voor zieke werknemers. Voor deze werknemers geldt de reguliere loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. Als een werknemer voor wie een vergunning voor werktijdverkorting is verkregen ziek wordt tijdens de werktijdverkorting ziek, moet de werkgever dit melden bij UWV. De eerste 13 weken loopt de werktijdverkorting (en de WW-uitkering in dat kader) dan door, daarna gaat dit over in de Ziektewet.

Vakantie

Tijdens werktijdverkorting kan een werknemer vakantie opnemen. De werkgever dient de vakantie door te betalen, want de werknemer is dan immers nog gewoon in dienst.

Verlenging

Als na de periode van werktijdverkorting nog steeds sprake is van een verminderde bedrijvigheid (minimaal 20% minder dan normaal) dan kan de werkgever een verlenging van de werktijdverkorting aanvragen.

Als de ontheffing wordt toegekend ontvangt de werkgever als bijlage bij de ontheffing ook een formulier voor het aanvragen van een verlenging. Het verzoek tot verlenging dient te zijn verzonden uiterlijk voor het einde van de 6 weken waarvoor de werkgever al een vergunning heeft gekregen.

In totaal kunnen maximaal 4 periodes van 6 weken worden toegekend (maximaal 24 weken).

Sollicitatieplicht

Tijdens de werktijdverkorting hoeft de werknemer (anders dan bij een reguliere WW-uitkering) initieel niet te solliciteren of zich in te schrijven als werkzoekende bij UWV. Als er na 6 weken een verlenging komt en de werknemer werkt door de werktijdverkorting helemaal geen uren meer, gaat er vanaf dan wel een sollicitatieplicht gelden en moet de werknemer zich direct inschrijven bij UWV als werkzoekende. Het UWV informeert de werknemer dan verder over de inhoud van de sollicitatieplicht.

Ontvangst van de WW-uitkering in verband met werktijdverkorting kan gevolgen hebben voor het eventuele recht op een reguliere WW-uitkering van de werknemer als de werknemers in een later stadium alsnog wordt ontslagen.